top of page
Zoeken

Pelgrimeren in coronatijd deel 12 Knegsel-Heeze 2 verhalen een tocht

Ik start vandaag alleen in Knegsel. Omdat ik geen klachten meer heb aan mijn heup en dit zo wil houden besluit ik de kilometers dit weekend goed te verdelen. Evert en ik zijn er een dag eerder dan Marijke. Ik ga vast 11 km van de route te lopen en Evert rijdt de auto naar het eindpunt voor vandaag. Het is heerlijk weer en ook bijzonder om alleen te lopen. Het betekent ook dat ik zelf de route in de gaten moet houden. Dat geeft nog al eens een extra stopmoment. Maar ik kom er prima uit, ook al klopt er een deel van de route niet meer door nieuwe wegen. Al snel loop ik langs religieuze plekken, je voelt het gewoon. Met prachtige bomen omgeven een plek waar een kapel heeft gestaan en even verder een nieuw kapelletje.

Ik loop, ik mijmer en geniet. De coronatijd heeft een weerslag op iedereen. Een tijd van reflectie, stilte, saaiheid, eenzaamheid, ontdekking, depressie. Sommige items komen ook langs bij mij. Zaken die je verwerkt denkt te hebben komen juist in kwetsbare momenten weer naar boven. Het is fijn om hier mijn weg in te vinden en heling te voelen. Bij het kapelletje steek ik een kaars aan. Voor ons 2e kleinkind wat op komst is en voor zijn/haar pap en mam en broer. Voor die ene kwetsbare cursist. Voor die dierbare die tobt in sombere tijden en nu ook nog voor het leed rondom haar partner. En voor al het leed dat ik niet ken achter de deuren van de avondklok. En als je dit leest ook voor jou. Het is een heerlijke wandeling tot de Volmolen.

De volgende dag loopt Evert dit stuk met Marijke. Ik bezoek ondertussen een neef in Waalre. Een flitsbezoek, maar een warme ontmoeting met gezamenlijke herinneringen uit het verleden maar ook over het nu. Ik bewonder zijn atelier waar hij prachtige beelden door zijn handen laat ontstaan. Ik rijd naar de Volmolen waar ik een lunch voorbereid. Daarna gaan Marijke en ik weer verder. Totaal een wandeling van 27 km waarvan ik er deze dag dus 16 loop. Dat bevalt heel goed. Ik heb geen klachten. Het is heerlijk weer waar ik op koude loopdagen van droomde. Bij een pauze zitten we heerlijk in het gras. Het leukste stuk vind ik bij Loon, een historisch buurtschap met een brink en alleen zandpaden. Wat een plek om te wonen.

Marijke en ik delen wat ons bezighoudt en we stellen elkaar inspirerende vragen. Mijn dier wordt dit weekend het paard. Er staan vele verschillende soorten in de wei bij elkaar. Klaar met presteren, mogen zijn, hun oude dag beleven. Dat alleen al is een prachtig spiritueel beeld, mogen zijn met wat is.

Een paard als symbool staat voor vrijheid van je mening geven. Hoe zeg ik wat ik zou willen zeggen zonder angst van afwijzing. Het paard neemt ook hindernissen met een focus. Heel bijzonder om dat mee te nemen in mijn leven. Het is een fijne wandeling, voor Marijke wel lang. Gelukkig ligt de camping bijna aan het pad en komt Evert ons tegemoet met de fiets dat voelt alsof we de Via de Gladiola in Nijmegen oplopen. Je wordt dan gedragen door een andere energie.


Knegsel- Heeze Marijke

We mogen weer! Er zaten iets meer weken tussen onze vorige tocht en deze. Het grappige is dat mijn lichaam vorig weekend al aan de wandel wilde. Blijkbaar went zo’n ritme. Blij dat we dit weekend weer mogen, stap ik al vroeg in de trein naar Eindhoven waar Kitty en Evert staan te wachten. Ze zijn gisteren al een dag op pad geweest hier in de buurt. Kitty blijkt het eerste deel al gelopen te hebben. Vanmorgen mag ik met Evert op pad. We starten in Knegsel. Dit dorpje bestaat eigenlijk uit meerdere gehuchten. Hoewel het nu wellicht een onbekend dorp is, hebben hier wel al eeuwenlang mensen gewoond. Er zijn vele grafheuvels in de buurt. Het voelt ook wel als een ‘oude’ plek. Blijkbaar was het leven goed hier, ook al voor het jaar nul. Ik vraag me af of het toen net zo bosrijk was als nu. De route brengt ons in ieder geval al snel weer in de bossen van de Wolfhoeksche heide. Het is opletten geblazen om de juiste afslag te nemen. Onderwijl praten we over de laatste vier weken. Het is de eerste keer dat ik 1 op 1 met Evert loop. Geen mooie, dure auto’s die ons passeren deze keer, wel gesprekken over politiek, werk en zijn nieuwe activiteiten in het repaircafé.

In een bosrijke achtertuin van een grote bungalow zijn twee mannen aan het werk met een lier. Het is lang geleden dat ik dat gezien heb. Ooit mocht ik in mijn boswachtersbestaan cursussen motorzagen en lieren volgen. Eerlijk gezegd vond ik dat best leuk en ja, ik geef het toe ook best stoer om te doen. Ik kan het niet laten Evert uit te leggen wat ze doen. Samen kijken we vanachter het hek toe. Er is een kabel gespannen halverwege de den die blijkbaar om moet. Een man staat op een meter of 10 afstand en spant de kabel steeds strakker op. Nu komt de tweede man met de motorzaag en maakt de ‘valkerf’, zoals dat zo mooi in boswachtersjargon heet, een inham onderin de stam zodat de boom die kant op valt. We horen de boom, die al een beetjes scheef staat, kraken en protesteren tegen de grote spanning. Helaas wint de zaag. De tweede man zaagt vanaf de andere zijde onderaan de stam in en na een schreeuw sprint hij na achteren. Langzaam zien we de boom ten onder gaan, totdat deze blijft steken in een van zijn buren. Er volgt wat overleg en de kabel wordt nog strakker gezet. Nu geeft de boom zich gewonnen en valt neer een grote tak van een van zijn buurbomen meenemend.

De weg is weg! Midden door het bos ligt opeens een tweebaans asfaltweg! Deze is nog niet in gebruik. Voor ons doemt een loopbrug op. Net als Kitty gisteren, hebben ook wij een afslag gemist en belanden hier aan de rand van de nieuwe weg. We puzzelen wat op de kaart en houden meteen koffiepauze in de zon. Aan de overzijde vinden we echter al heel snel weer de rood-witte markering. Door een prachtig stukje moerasbos lopen we richting het riviertje de dommel, waar aan de overzijde van de weg Kitty heerlijk in de zon zit te wachten met de lunch bij de watermolen: De volmolen, een molen met twee raderen: eentje voor het graan en eentje om weefsels te vollen (verdichten).

In de middag wandel ik met Kitty verder door alweer bossen afgewisseld met heide. De gehuchtjes die we af en toe kruisen bestaan uit langgevelboerderijen rondom een brink. Hier krijg je een beetje een beeld van hoe de Middeleeuwen eruit gezien hebben. Het is in ieder geval oude grond waarover we lopen. De namen van deze gehuchten eindigen op –eind: Timmereind, Achtereind. Het was hier voorheen een ‘woestenij’ een gebied vol stuivend zand en vennen. Door bomen te planten werd dit zand vastgelegd en de woestenij werd bos. In dat bos liepen de verbindingswegen voor postkoetsen en handelaren. Een overblijfsel daarvan is de oude pleisterplaats van Mie pils. Een oude herberg vlak aan de A2. Het is er druk met wandelaars en fietsen en we zien inderdaad mensen met een pilsje in de hand genieten van het voorjaarszonnetje.

Of ik nu vermoeid ben of niet fit, in ieder geval loop ik aan het eind van de middag minder lekker, ondanks dat de Groote Heide een prachtig gebied is. We nemen een pauze waarbij Kitty Evert belt om te kijken hoe ver het naar de camperplaats is in Heeze. Volgens haar was die buiten het dorp. Ik heb weinig behoefte en puf om nu nog 5 km extra te moeten lopen naar die plek. Gelukkig blijkt na enige uitleg en even zoeken op google maps dat we nog een half uurtje moeten. Evert komt ons tegemoet fietsen om ons even aan te moedigen. De camperplek ligt aan de buitenrand van het dorp. Het is een prachtige plek met een heerlijke warme douche. Die hebben we verdiend!






57 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page