Het is 30 januari 2021. Een bijzonder dag ligt voor ons, een dag met een stempel. We gaan het eerste boekje met alle routes afsluiten in Den Bosch. We hoeven maar 18 km. te lopen. Het is voor de tijd van het jaar lekker weer. Wel koud, maar droog en je loopt je snel warm. Vandaag loopt Germa met ons mee, een vriendin van mij sinds vele jaren. Ook Germa verwelkomen we met een bandje en dragen de intentie naar elkaar uit dat het een inspirerende dag mag worden. Als we net 10 minuten lopen stopt er een auto naast ons. Eerst denk ik aan een BOA in een geel hesje. Ja, we lopen met drie, dat mag natuurlijk niet. Maar nee, er wordt ons gevraagd om op onze tocht uit te kijken naar J. een man van 56 jaar. Hij is spoorloos verdwenen sinds gisteren. Een raar gevoel. Een verbinding met een foto. Wie is hij, wat is er gaande. Je hoort in de coronatijd zoveel over verborgen leed. Eenzaamheid, depressie. We zijn alert, het zet een stempel op de dag. Wat doet het met ons die corona? Er is gemis en veel meer zorg. Marijke die amper collega's ziet. Germa die veel meer oppast op haar kleinkinderen. Wat mij raakt is vooral mijn werk en de andere vorm van contact (via zoom) met de cursisten.
We wandelen heerlijk langs de bosrand. We rusten op een ludiek bankje van drie retro stoelen. Er ontstaan fijne gesprekken over sporten en uitdagingen, er lopen namelijk heel veel hardlopers. Dan naderen we de ijzeren man, een prachtig meer.
Over het water waait een koude wind maar de verhalen over dit meer zijn warm. Een stempel op het leven van Germa want ze heeft hier haar jeugd liggen. Hier heeft ze leren zwemmen. Ze heeft in Vught gewoond. Er komen kinder- en jeugdverhalen naar boven.
Marijke daagt ons uit als dames in de crone leeftijd (zie blog deel2). We delen over de fijne en minder fijne dingen uit onze jeugd. Wat zouden we anders gedaan hebben met ons leven. Hoe zou mijn leven verlopen zijn als ik was gaan studeren? Het houdt me wel eens bezig maar toch ben ik blij met wat ik nu doe. Het geeft een frisse blik op mijn zijn. Na de heerlijke lunch in de warme Nugget bedanken we Evert en starten we het laatste traject van het boekje. We lopen langs kamp Vught en praten over wat hier is gebeurd tijdens WO2. Hier ligt een stempel op de mensheid. Verdriet en pijn is voelbaar. Bijzonder om dit gevoel te mogen delen. Er ligt een hele taak op aarde om daar goed mee om te mogen gaan besef ik. Het is een prachtig stuk natuur waar we nu lopen. Uiteindelijk komen we bij het kanaal. Vlak bij Fort Isabella staat Evert met de Nugget. Hij loopt de laatste kilometers met ons mee naar Den Bosch. Het zicht op de St. Jan is er al snel. We eindigen op het plein en daar worden we ingehaald door Maarten en Renske met bloemen. Daar is champagne zonder alcohol met Bossche bollen. Daar zijn de foto's. Met een triomfantelijk gevoel lopen we de St. Jan binnen.
Ik ben zo dankbaar dat ik hier al ben, het maakt me stil. In de Maria kapel branden we kaarsjes. Daar zitten we niet alleen. Velen bidden hier op 1,5 meter. Ieder zijn eigen gebed. Maria is omringd door bloemen die dagelijks aangereikt worden door passanten. De kerk is groots.
Dan gaan we buiten de kerk op zoek naar de Choorstraat 1. Een week geleden heb ik gebeld met Plebaan Vincent Blom (pastoor van de Kathedraal) met de vraag of we ergens een stempel kunnen krijgen. Bij hem kunnen we een stempel halen. Daarvoor hebben we nu een pelgrimspaspoort. Het geeft ons in latere tijden de mogelijkheid om te slapen in kloosters. We worden hartelijk ontvangen en binnen krijgen we met vreugde de stempels. Een historisch moment.
Eenmaal buiten dwalen we nog wat langs kerken en voelen we aan de stad die zo geraakt is afgelopen week door opstandige jongeren die gingen rellen. Vele ruiten zijn gesneuveld. Veel extra bewaking op de been. Ze waren het zat die avond klok. Het is ook allemaal heftig. Steeds minder mogen. Op die leeftijd wil je vrienden ontmoeten om je gedachtegoed over het leven te delen. Je dromen te realiseren in studie en stage.
We nemen afscheid van Marijke. Ze gaat met de trein naar huis. Wij brengen Germa terug naar de Drunense duinen bij de rustende jager waar haar auto staat. Het was een bijzondere dag.
Als ik daarna stil zit krijg ik weer pijn in mijn heup. Ik hoop maar op het zelfherstellende vermogen van mijn lichaam en ik moet denken aan de regenworm van gisteren. Of loop ik toch te veel achter elkaar. Oei oei de lessen op de weg. Toch weer ruim 20 km. vandaag. Bij de rustende jager kopen Evert en ik later een erwtensoep to go. Als ik daar sta te wachten op de bestelling zie ik hoe een medewerkster een flyer verscheurt met de zoektocht naar J. er op. Het raakt me. Ik wens dat het verscheuren betekent dat hij gevonden is. Als mijn erwtensoep aangereikt wordt vraag ik er naar. Ik hoor dat J. er niet meer is. Ik wens dat hij rust in vrede.
Pelgrimeren in Coronatijd deel 9 Marijke
Germa staat ons al op te wachten op de parkeerplaats. Germa is een vriendin van Kitty. Ze kennen elkaar al jaren en Germa had zin om een etappe mee te lopen. Ik vind het leuk om op deze manier nieuwe mensen te ontmoeten. En vandaag mag ik op stap met twee ‘oudere, wijzere, dames of ‘crones’. Ik vind dat een speciaal iets: op stap met vrouwen met veel meer levenservaring en levenswijsheid. Een pauze bij het water van de IJzeren man zit er niet in. De wind staat er pal op. Maar dan komt Evert ons al tegemoet gewandeld en kunnen we een koffiestop in de bus maken. Aan sommige bomen hangen oranje fliebertjes: trilzwammen, ze hebben prachtige kleuren, zien er uit als ‘oren’ en voelen een beetje apart, squeezy aan. Ze ontstaan in scheuren van schors van sommige bomen en struiken. Ze fleuren het grauwe, winterse bos op met hun felle kleur. We parten over sensitiviteit en waarnemen. Op een of andere manier ben ik opener dan normaal over deze eigenschap.
We kronkelen door de bossen van de Vughtse heide. Aan de rechterhand het militair oefenterrein, aan de linkerhand waterpartijen met daarachter Kamp Vught. De afslag naar het monument trekt, maar we lopen door. Wanneer me gevraagd wordt wat ik waarneem, komt de emotie, de pijn hard binnen. Ik ben bijna in tranen. Pfff, wat hangt hier een hoop zeer en wanhoop. Als ik later lees wat hier allemaal gebeurd is in de Tweede Wereldoorlog dan is dat niet verwonderlijk.
Ik vraag de dames naar hun leven, of ze spijt hebben over dingen als ze terug kijken, of ze vooruit kijken en dromen hebben voor de toekomst, hoe hun leven nu is vergeleken met toen ze jong waren. Wat ik begrijp is dat met de jaren er meer rust komt, een kalmere houding om wat er gebeurd. Dat lijkt me een fijn vooruitzicht. In stilte wandelen we langs het Dongelse kanaal richting de buitenranden van Den Bosch. Vandaag is mijlpaal dag! Best bijzonder dat we al zo snel zo’n grote afstand hebben afgelegd. Wie had dat verwacht in november?
Op het grote plein in Den Bosch staan opeens Renske en Kitty haar zoon Maarten voor onze neus. Ze feliciteren ons met onze mijlpaal en we krijgen bloemen! Wat mooi om te zien hoe haar familie met haar tocht meeleeft. Ik had Evert al op geheime missie gestuurd voor Bossche bollen. Die worden ook tevoorschijn getoverd. En ik had nog een fles alcoholvrije champagne voor als er een speciaal moment zou komen. Midden op het plein gaat de kurk eraf en proosten we, eten we Bossche bollen en maken foto’s van de kerk en onze rugzakken. Het is een blije bedoening en we omhelzen elkaar als er net een politieauto langs rijdt. Oeps, hele Corona maatregelen vergeten.
Als ik de kapel van de Zoete Lieve vrouw van Den Bosch, waarover Germa ons onderweg veel kon vertellen, binnenwandel moet ik opeens even slikken en voel ik tranen opkomen. Misschien is dit toch een bijzondere mijlpaal dan ik denk. De drie momenten dat we een kapel hebben bezocht, was dit altijd een Maria kapel. Het vrouwelijke, zachte. Misschien gaat mijn reis wel over iets anders dan ik denk of misschien past dit wel precies. We steken een kaarsje aan en ik bewonder de kerk. Als kind was ik zo onder de indruk van alle beelden aan de buitenzijde dat ik ondanks dat ik aan de hand van mijn vader liep, knalhard tegen een lantaarnpaal liep en een gat in mijn hoofd had. Of we de juiste lantaarnpaal teruggevonden hebben weet ik niet. Degene die op de foto gaat heeft wel zo’n uitstekend randje op de hoogte van toen.
Aan de overkant van de weg bellen we aan bij de pastoor. Kitty heeft van de week gebeld en achterhaald waar we moesten zijn. Nu we een officieel pelgrimspaspoort hebben, willen we ook wel een echte stempel. Als ik mijn paspoort uit mijn tas vis, schiet ineens de kurk van de champagne fles die in de tas zit, eraf. Nu heb ik iets uit te leggen bij mijnheer pastoor, maar die kan er gelukkig om lachen. De stempel is binnen! Kitty en Germa worden opgepikt door Evert en ik wandel met alle bepakking rustig dwalend door de smalle straatjes naar het station. Dankbaar en nagenietend met nog een box overgebleven Bossche bollen in de tas.
Ik ben echt onder de indruk van jullie tocht. Het wandelen verbind zichtbaar en zorgt voor ruimte om echt te kunnen delen. Dank dat ik mag meelezen en genieten ❤️🙏